Neergedaalde gratie
De tensegrity-tafel van Sandro Aiello
'Tensegrity structures are a class of cable structures in which the cables are prestressed against a system of bars which are not in contact. Although the concept has been known for many years, since its development by R. Buckminster Fuller in the Fifties, its application to actual structures has been very limited. It is thought that the lack of interest in these structures is due mainly to technical problems associated with single-layer configurations.' uit: Anid Hanaer, 'Double Layer Tensegrity Grids'.
Volgens sommigen kunstcritici is er in de beeldende kunst een nieuwe tendens waar te nemen die de terugkeer van 'het object' in de kunst bezingt. Uit werken van jonge kunstenaars als Ricky Swallows, Chris Evans en Cathy Wilkes spreekt een grote interesse voor het object. Ernstig en speels, wordt er door deze kunstenaars met gemak gelaveerd tussen concept, esthetiek en vakmanschap. Een collega van me schreef hierover: 'hoewel erg verschillend van uiterlijk, spreekt er uit al deze werken een zelfde ernst ten aanzien van het vraagstuk van de vorm. Simpel gezegd: hun vorm, hun 'aanwezigheid' is een onderdeel van de inhoud.' Waarna ze het vergeleek met het werk van minimalisten als Donald Judd, Robert Morris en Tony Smith. Of beter gezegd waarna ze probeerde te beschrijven wat het verschil was tussen de ode aan het object toen en nu. Ze vervolgt dan: 'Het werk dat ik hier bespreek (i.e. van Ricky Swallows, Chris Evans en Cathy Wilkes) is toegankelijker. Toegankelijker in zijn gekte, verbeeldingskracht, in het verhalen vertellen. (...) Het lijkt erop alsof veel werk nu gaat over de aandacht voor het ding zelf; een gecomponeerd werk dat een verhaal vertelt. Maar dit maakt de perceptie ervan ook verwarrend. Omdat het als een ondeelbaar geheel overkomt is de vorm cruciaal, je wordt erin gezogen, wilt het inspecteren, het van dichtbij bekijken. Tegelijkertijd word je gevraagd een stap terug te doen en ernaar te kijken als een concept. (...) Een stap terug te zetten om met een ironische kwinkslag naar het vakmanschap te kijken en er met je neus bovenop gaan zitten om het juist te waarderen. Als het waar is dat er nu sprake is van hernieuwde aandacht voor het object, dan zou je kunnen zeggen dat de losse structuur van de installatie op zijn retour is. De 'nieuwe sculptuur' is opnieuw een pleidooi voor aanwezigheid - en hier refereer ik weer even aan Michael Fried - van het geliefde picturale, gecomponeerde geheel. Frieds argument was dat kunst meer moest zijn dan het simpelweg imiteren van het dagelijkse leven, dat de toeschouwer juist die werkelijkheid zou willen ontvluchten om zich te goed te doen aan de gratie van kunst. Dus niet alleen de definitie van literalism zou hier opnieuw bezien moeten worden, ook de betekenis van gratie. Gratie die altijd werd geassocieerd met het niet-wereldse, het hemelse is nu wereldlijk. De objecten suggereren geen vlucht naar een abstracte constructie, ze bieden een andere interpretatie van het hier en nu. Om het simpel te zeggen: de gratie is neergedaald.'
Hoewel nadrukkelijk terugslaand op een ontwikkeling binnen de beeldende kunst, moest ik bij deze tekstpassage bijna nog meer dan aan het werk van vernoemde kunstenaars denken aan de tensegrity-tafel van Sandro Aiello. Wellicht omdat jij bij het wereldse karakter van sculpturale objecten meteen ook indirect denkt aan toegepast design. De tafel is immers voor alles een ondeelbaar geheel: een gebruiksvoorwerp en een abstracte sculptuur ineen, waar je in wordt gezogen, dat je wilt inspecteren en van dichtbij bekijken vanwege de wonderlijke, ijle constructie en dat je tegelijkertijd ook noopt tot het nemen van een afstand om het te kunnen zien als concept. Immers wat beweegt iemand om een concept als tensegrity, waarmee in de jaren vijftig een visionair architect als Buckminster Fuller jonge beeldhouwers als Kenneth Snelson bezielde op het vermaarde Black Mountain College, te hergebruiken en te transformeren tot het ultieme model voor een salontafel? Het gaat om deze mooie en schrijnende tegenstelling; dat de tafel er als object vanzelfsprekend perfect en volmaakt uitziet. Te eenvoudig om waar te zijn, een gracieuze abstractie die je meteen herkent maar ook verwart. Waarom een abstracte tafel, nu anno 2005? En waarom jaren besteden aan het technisch toepasbaar maken van tensegrity als concept en techniek voor het ontwerpen van een tafel, dat al door iedereen vergeten was? Het gaat om de verbetenheid en de gekte hiervan als achterliggend verhaal. Daar waar Fuller en Snelson tensegrity binnen hun onderzoek naar energetische geometrisch structuren associeerden met oneindige moleculaire structuren en planetische systemen, is tensegrity hier toepasbaar gemaakt voor het schijnbaar doodeenvoudige, 'begrensde' ontwerp van een salontafel. Maar wel een hele bijzondere tafel dan, waarin de gratie is neergedaald.
Ingrid Commandeur
kunstcriticus en redacteur Metropolis M